Zich wapenen tegen 'bagger' op sociale media

Bagger op Sociale Media

Beledigingen en bedreigingen op de sociale media zijn een ware pest geworden, dat ondervond ook een van onze klanten in de media. Ze schakelden ons daarom in om hun medewerkers weerbaarder te maken in het omgaan met bagger op social media. Naar aanleiding van die concrete vraag zijn wij ons verder gaan verdiepen in de materie en delen we graag een aantal vaststellingen.

Volgens een onderzoek van Amnesty International uit 2018 zouden vrouwelijke politici en journalisten elke 30 seconden haat in de vorm van seksisme, racisme en homofobie naar het hoofd geslingerd krijgen. In Nederland heeft men berekend dat dagelijks 35.000 tweets verstuurd worden die aan de juridische kwalificatie ‘bedreiging' voldoen. Dat zijn onwaarschijnlijke vaststellingen. De grote vraag is dan ook: hoe kan dit stoppen? Hoe zwaar moet dit wel wegen op de mensen die dit dagelijks moeten ondergaan? Moet men als slachtoffer reageren op deze ‘bagger’ of laat men dat best allemaal over zich heen gaan? En is het alleen maar meer mediawijsheid die we de slachtoffers moeten bijbrengen of moet hier dringend werk gemaakt worden van een beleid? 

 

Een verklaring voor de haatberichten ligt in wat de Amerikaanse psycholoog John Suler het ‘online toxic disinhibition effect’ noemt. Het ontremmingseffect bij mensen die online veilig en ongebonden hun frustraties kunnen uiten. Je bent anoniem, niemand ziet je, je moet niet bevreesd zijn voor de afkeuring en je moet niet omgaan met iemands directe reactie. Vaak zijn deze daders aangewakkerd door zogenaamde groepspolarisatie. Men weet immers dat het gemiddeld oordeel van een groep na discussie nog extremer is. En door de algoritmes zit men al snel in een 'filter bubble' die maakt dat men alleen nog gelijkgestemde mensen tegenkomt. Gevolg: men gaat nog extremere berichten posten. 

 

Juridisch is reactie mogelijk, maar zeker niet evident. Als men de dader kent, zijn racisme en xenofobie mogelijk te  vervolgen via de correctionele rechtbank. Andere beledigingen vormen door hun aard van verspreiding voorlopig nog een drukpersmisdrijf en zouden door het Hof van Assisen moeten vervolgd worden. Wat natuurlijk puur theoretisch is. Burgerrechtelijk kan men voor beledigingen wel een verbod laten opleggen om nog verdere commentaar te verspreiden via het internet. Dat is een censuurverbod dat af te dwingen is met een dwangsom. De rechtspraak en rechtsleer stellen dat dit niet in strijd is met het recht op een vrije meningsuiting. Publieke negatieve verklaringen kunnen op zich wel een misdrijf uitmaken. Men kan dan een klacht indienen wegens laster en eerroof bij de politie, of zich daarvoor burgerlijke partij stellen bij de onderzoeksrechter. Zulke klachten leiden echter zelden tot een vervolging van de verdachte, laat staan tot strafsancties. De juridische strijd aangaan kan, maar is ongetwijfeld een stap die men alleen in extreme gevallen zal overwegen.  

 

Bedrijven en mediabedrijven in het bijzonder zouden wel intern een aantal richtlijnen moeten ontwikkelen van hoe men met dit soort berichten moet omgaan en die bekend maken in de hele organisatie. Dat zou zeker een bepaalde gemoedsrust onder de medewerkers bewerkstelligen. Het is aan te raden dat een communicatiedienst zich hierover zou buigen en mogelijk zelf de reactie op (sommige) berichten in de hand zou nemen. 

 

Wat zijn de algemene adviezen die men in de literatuur leest of die men van ervaringsdeskundigen kan krijgen? 

 

1. Shake it off, trek het je niet aan. Bedenk dat 98% van de kijkers of lezers het ok of neutraal vond wat je deed, maar 2% meent dat ze tegen jou tekeer moeten gaan. So what? Het zegt meer iets over henzelf dan dat het iets over jou zegt. Ze doen dat trouwens met iedereen. 

2. Zoek begrip en hulp bij collega’s, die maken waarschijnlijk hetzelfde mee als jij. Misschien hebben zij ook wel goede tips om een weerwoord te schrijven.  

3. Negeren is geen optie. Reageer, maar blijf altijd beleefd en oprecht in je antwoord. Probeer te waarderen dat iemand de moeite neemt om naar jou iets te sturen. Bedank de haatschrijver altijd om naar jou te luisteren of te kijken. Een correct antwoord doet sommigen zich plots realiseren dat je een ‘reëel' persoon bent. Bewaar in alle omstandigheden zeker je ‘cool’, wat niet evident zal zijn. 

4. Wacht niet te lang om te reageren, maar reageer zeker niet onmiddellijk. De eerste dingen die in je opkomen zijn vaak niet de juiste. 

5. Een beetje opvoeden kan ook goed doen volgens ervaringsdeskundigen. Confronteer de dader met concrete feiten of met wetenschappelijke argumenten. Maar onthou: je hoeft niet elk gevecht te winnen waartoe je uitgenodigd wordt. Trollen vinden dat juist leuk. 

6. Wees professioneel assertief: als iemand vraagt ‘je bent bijgekomen, ben je zwanger misschien?’, dan mag je gerust antwoorden dat je privé-leven hen niets aangaat. Waarschijnlijk zullen ander lezers je direct ondersteunen daarin. 

7. Zoek naar wat empathie bij jezelf: als iemand vreselijke dingen schrijft, maakt die persoon mogelijk zelf vreselijke dingen mee. Dat maakt het draaglijker om te lezen wat er staat. Denk: 'they could be having a bad day…’

 

Over het afblokken van mensen of het verwijderen van berichten op sociale media is er in de literatuur geen eensgezindheid. Voor sommigen kan dat een duidelijk signaal zijn dat je het gedrag van de haatschrijver niet pikt. Anderen zien er een aanmoediging in om nog meer en extremer tegen jou tekeer te gaan. Het hangt waarschijnlijk een beetje van de context af of je dat moet doen